Wat zijn haar beweegredenen en wensen? Programma-adviseur Jojanneke van Staveren informeerde ernaar in 6 vragen.
1. Hoe ben je betrokken geraakt bij het programma O²PZ?
‘Ik ben gevraagd door Ingrid van Zuilekom. Zij is projectleider van de kerngroep A-hbo van O²PZ. Ook is ze aan Saxion verbonden als hoofddocent palliatieve zorg en coördinator post-hbo leergang palliatieve zorg. Ik ken haar goed, omdat we regelmatig contact hebben over opleidingen en onderzoek in de palliatieve zorg.’
2. Waarom vind je O²PZ een belangrijk programma?
‘Het is essentieel dat palliatieve zorg een plaats krijgt in het basiscurriculum van alle opleidingen, en dat er een goed bij- en nascholingsaanbod komt, bij voorkeur in een doorlopende leerlijn.
Ik vind het heel belangrijk dat iedereen in Nederland op dezelfde manier onderwijs krijgt over palliatieve zorg en dat er een heldere (ontwikkel)route is. En dat je niet alleen verticaal maar ook horizontaal kunt groeien, bijvoorbeeld met een verdieping in palliatieve zorg. Ongeacht of je verzorgende, verpleegkundige of arts bent.’
3. Wat is jouw motivatie om een bijdrage te leveren aan O²PZ en kernproject A-hbo?
‘Het programma O²PZ is nodig omdat het zorgt voor samenhang tussen de verschillende opleidingen (mbo/hbo/wo) en nieuwe ontwikkelingen. Op dit moment zien we nog te vaak een discrepantie tussen praktijk en onderwijs. Neem bijvoorbeeld de set 'Signalering in de palliatieve fase'. Die wordt ingezet in de zorgpraktijk, maar nog niet alle ROC’s hebben er in hun curriculum aandacht voor. Als nieuwe instrumenten en onderzoeksuitkomsten cyclisch geïntegreerd worden in de curricula, wordt de borging veel krachtiger.
Aan kernproject A-hbo wil ik graag bijdragen omdat verpleegkundigen een belangrijke, coördinerende rol hebben in de palliatieve zorg. Ook in het Kwaliteitskader palliatieve zorg is voor verpleegkundigen een rol als centrale zorgverlener weggelegd.’
4. Wat zou je willen bereiken met kernproject A-hbo?
‘Ik zou toe willen naar een landelijk functiehuis palliatieve zorg, dat opleidingen koppelt aan functies. In zo’n functiehuis is bijvoorbeeld vastgelegd welke opleidingen een generalist en een specialist hebben gevolgd. Dat is handig voor de strategische personeelsplanning van organisaties én voor zorgverzekeraars. Zij kunnen dan inkopen op die kwaliteit.
Daarnaast zou ik het goed vinden als professionals zich ook inhoudelijk kunnen ontwikkelen zonder de reguliere route te volgen. Bijvoorbeeld via een verkort traject. Op dit moment moeten mbo-verpleegkundigen nog een driejarige hbo-opleiding volgen om naar niveau 6 te gaan. Het zou mooi zijn als zij via een specialisatie sneller op dat niveau komen, eventueel alleen voor het deelgebied palliatieve zorg.
Tot slot hoop ik dat we meer gaan kijken naar competenties in plaats van alleen naar opleidingsniveau. Zodat ook de praktijkervaring van zorgverleners in de toekomst op de juiste waarde wordt geschat, zeker nu er krapte op de arbeidsmarkt ontstaat.’
5. Hoe zie jij je eigen rol in project A?
‘Ik ben gevraagd de brug te slaan tussen praktijk en onderwijs, ook in het Onderwijsraamwerk 2.0. In onze werkgroep zijn de leden complementair aan elkaar. De deelnemende docenten zijn zeer deskundig en hebben goed zicht op relevante stakeholders. Ingrid van Zuilekom is een fantastische projectleider die ons goed op de hoogte houdt van de landelijke ontwikkelingen van het O²PZ-project. Ik lever op mijn beurt een positieve bijdrage door kritisch te kijken en te zorgen voor samenhang met de praktijk.’
6. Wanneer is project A voor jou geslaagd?
‘Als het functiehuis palliatieve zorg er is, palliatieve zorg goed verankerd is in alle opleidingen én die opleidingen er blij mee zijn. Als gezien wordt dat de palliatieve benadering toepasbaar is op alle ouderen en chronisch zieke patiënten, niet alleen in de allerlaatste levensfase. Én als zorgverleners weten wat goede palliatieve zorg is en deze zorg tijdig verlenen.’