Vele duizenden jaren werden mensen ziek en gingen er mensen dood zonder dat er dokters bestonden. Sinds ze wel bestaan, zijn ze steeds meer betrokken geraakt bij het lief en leed van ongeneeslijk zieken en stervenden. En sinds een aantal decennia verdringt de dokter de geestelijke zelfs van het sterfbed. Het onderwijs vergat de dokters daarvoor klaar te stomen. Tijd voor een inhaalslag.
In Nederland kunnen studenten geneeskunde afstuderen tot arts zonder dat zij een ongeneeslijk zieke of stervende persoon van dichtbij hebben gezien, laat staan gesproken, laat staan behandeld en begeleid hebben. Dat is best vreemd, gezien het feit dat de meerderheid van de Nederlanders aan een ziekte overlijdt. Een ziekte die hen in het verleden doorgaans meerdere keren in de nabijheid van één of meerdere dokters heeft gebracht. Als het dodelijke karakter van de ziekte – kanker, COPD, dementie, hartfalen et cetera – aan de orde komt, staan de meeste dokters echter met de mond vol tanden.
De gezondheidszorg is gebaseerd op professionele doodsontkenning
Het gros van de dokters kan daar niets aan doen. Het hele systeem van de gezondheidszorg (en opleidingen van dokters maken daar nou eenmaal onderdeel van uit) is gebaseerd op professionele doodsontkenning. De Western Death Machine, zoals de Ierse auteur Kevin Toolis dat zo treffend noemt in zijn boek My father’s wake, rules. Dat betekent dat de gezondheidszorg uitsluitend en alleen is gefocust op ‘mensen beter maken’. Alles wat buiten die scope valt, valt af. Dus nee, we staan niet met lege handen tegenover die man of vrouw met uitgezaaide kanker, we hebben nog wel ergens een behandeling, toch? Nee, dementie is niet dodelijk, we zijn hard op weg hét medicijn te vinden dat mensen met dementie zal genezen. Toch?
Zorgprofessionals hebben niet geleerd hoe ze ongeneeslijk zieken moeten begeleiden
Het is dank zij die illusie dat artsen – en evengoed: verpleegkundigen en verzorgenden – in hun opleiding tot nu toe nimmer hebben geleerd hoe ze aandacht moeten geven aan ongeneeslijk zieken en stervenden. Of hoe ze hen moeten begeleiden. Of wat ze voor hen kunnen betekenen, op lichamelijk, spiritueel, sociaal of emotioneel gebied.
Het is tijd voor evolutie!
Gelukkig bestaat er voor de mensheid een mogelijkheid tot evolutie. Zoals we nu een auto gebruiken in plaats van een paard, zoals we nu WhatsApp gebruiken in plaats van perkament en zoals we nu een stofzuiger hebben in plaats van veger en blik, zo kunnen we ook zorgprofessionals evolueren: van werknemers die zich behoorlijk onthand voelen als een ziekte ongeneeslijk blijkt te zijn en het sterven uitlokt, tot werknemers die over de kennis en vaardigheden beschikken om ongeneeslijk zieken adequaat te begeleiden als er een ongeneeslijke ziekte gediagnostiseerd wordt.
Een samenleving die dat niet voor elkaar krijgt, is een armoedige samenleving.
Rob Bruntink is een van de hoofdsprekers tijdens het symposium palliatieve zorg: optimalisatie begint bij onderwijs op 1 oktober.
Bekijk het programma hier
Fotograaf, Eduard Ernst