Goede palliatieve zorg geef je niet alleen. Je omringt je met teamleden die op elkaar afgestemd zijn en de wens van de cliënt centraal stellen. En dan gaat het niet alleen om de stervensfase, het gaat vooral over leven. Els Prikker is verpleegkundige en werkt in de thuiszorg vaak met multidisciplinaire teams. Ze heeft gezien wat er kan misgaan en ook hoe mooi de laatste periode van het leven kan zijn als een team goed samenwerkt.
‘In palliatieve zorg is kwaliteit het sleutelwoord’, zegt Els Prikker. ‘En voor die kwaliteit heb je elkaar nodig. Je wilt niet dat de cliënt ieder uur iemand anders aan het bed heeft en dat de familie te maken krijgt met verschillende contactpersonen. De multidisciplinaire teams waarmee ik werk bestaan vaak uit een zorgcoördinator of EVV’er, een wijkverpleegkundige, de huisarts en/of specialist en een team verpleegkundigen en vrijwilligers. Soms wordt er ook een geestelijk verzorger of fysio- of ergotherapeut aan het team toegevoegd, afhankelijk van de setting en zorgvraag of problematiek. De zorgcoördinator is de eerste contactpersoon voor de familie, de huisarts bepaalt het behandelplan en vervolgens stelt het team een zorgplan op.’
Samenwerken
Het succes van het team is afhankelijk van de inzet en samenwerking van de leden. Dat gaat vrijwel altijd goed, maar Els heeft het ook wel eens anders meegemaakt. ‘Je moet niet solistisch ingesteld zijn, maar openstaan om samen te werken. Zonder samenwerking gaat het niet goed. Dat merkten we recent in het geval van een meneer die meer pijn kreeg en had aangegeven te willen starten met sedatie. We moesten dus snel handelen, maar niet alle contactpersonen waren goed te bereiken. Ook was de communicatie niet goed. Dat vind ik erg jammer, want de begeleiding van deze meneer had achteraf gezien veel beter gekund, als het gehele team zich aan de afspraken had gehouden.’
Een bed op telefoonboeken
Gelukkig komen deze gevallen erg weinig voor, zegt Els. ‘Begin december vorig jaar was er een cliënt met een longtumor, waarvoor we dagelijks de drains moesten verzorgen. Ineens werd hij zieker. In overleg met de huisarts en oncoloog werd besloten nog een laatste chemokuur te doen, maar toen die dag aanbrak, gaf hij aan dat toch niet meer te willen. Ik heb toen met hem gepraat over zijn wensen en heb die gerealiseerd: een bed in de woonkamer - dat werd er eentje op een stapel telefoonboeken, want ik kon geen hoog-laagbed meer regelen in die korte tijd - en nog diezelfde dag starten met sedatie. Het ziekenhuis en de huisarts werden op de hoogte gebracht en binnen een uur stond de huisarts op de stoep om het infuus aan te leggen. We hebben daarna nog met hem kunnen overleggen voor hij in slaap werd gebracht en hij is anderhalve dag later overleden. Teamwork heeft een grote rol gespeeld in het rustige afscheid van deze man. Niet alleen kwam deze huisarts drie keer per dag, we konden als team ook de familie in deze laatste periode tot steun zijn.’
Hoe korter de lijnen, hoe beter
Voor collega’s die gaan werken in multidisciplinaire teams heeft Els nog een paar tips. ‘Korte communicatielijnen zijn het belangrijkst’, zegt ze. ‘Hoe korter, hoe beter. Weet wie je wanneer moet bellen. Wat ook belangrijk is, is het plan. Probeer vooraf al te bedenken wat er allemaal kan gebeuren en wat de wensen van de betrokkenen zijn. Als je dat op het laatste moment doet, ontstaat er chaos. Zorg er vervolgens voor dat alle leden in het team elkaar ondersteunen en aanvullen waar dat nodig is.’
Verpleegkundig leiderschap
‘Tot slot: wees je ervan bewust dat jij de stem van de cliënt bent. Zelfs als de wensen ingaan tegen die van de familie of bijvoorbeeld de huisarts, moet je zijn of haar belangen behartigen. Toon verpleegkundig leiderschap en waarborg de kwaliteit van dat laatste stukje leven. Dan heb je je taak goed uitgevoerd.’