Wim Polderman, directeur Instituut Onderwijs en Opleiden Amsterdam UMC locatie VUmc a.i. en lid van de stuurgroep O2PZ, blikt terug, maar ook vooruit op alle uitdagingen die er nog aankomen.
In 2016 zijn de eerste stappen gezet naar een betere opname van palliatieve zorg in het onderwijs. Er is een kennissynthese opgesteld, waarin samen met stakeholders is gekeken naar de stand van zaken en naar verbeterpunten. Wim Polderman: ‘We brachten in kaart wat er op dat moment aan onderwijs werd aangeboden, door wie en waar. Vervolgens hebben we ons de vraag gesteld waarom de implementatie van het onderwijs in palliatieve zorg niet lukt. Wat duidelijk werd, was dat er landelijke regie ontbrak en daardoor versnippering ontstond. Iedereen was enthousiast zijn eigen wereldje aan het creëren, maar samenhang ontbrak.’
De start van O²PZ
‘Het jaar daarop werkten we aan de vervolgopdracht die voortkwam uit de aanbevelingen uit de kennissynthese. Hoe krijgen we het onderwijsaanbod landelijk zichtbaar en structureel ingebed voor alle professionele zorgverleners in de palliatieve zorg? We hebben vervolgens programma’s en projecten geduid die ervoor moesten zorgen dat het onderwijs in palliatieve zorg vast onderdeel wordt van alle curricula. En dat is uiteindelijk O²PZ geworden.’
‘Hoewel de start veelbelovend was, waren niet alle stakeholders meteen enthousiast. Je hoorde ook reacties als ‘Waarom moet dit ook nog in het curriculum worden opgenomen?’ Maar dit komt er niet extra bij, palliatieve zorg is een wezenlijk onderdeel van de zorg. Het is ook een paradigmashift: dit gaat niet over beter maken, het gaat over kwaliteit van leven. Het gaat over het einde van het leven. En dat einde kan soms best lang duren en vereist veel zorg en kennis. Gelukkig zagen we al snel een verschuiving. Het zichtbaar maken van de noodzaak, ook via de media, heeft goed gewerkt.’
Vertraging in effect
O²PZ is een programma van de lange adem. Polderman: ‘Het is een lange weg, want zelfs op het moment dat palliatieve zorg volledig is opgenomen in alle curricula, zie je in de praktijk niet meteen een grote verandering. Het effect heeft uiteraard vertraging, omdat het enkele jaren duurt voor studenten uitstromen met die kennis. We moeten daarom het tempo nu hoog houden, ook al zorgt de coronacrisis op enkele punten helaas voor wat oponthoud.’
‘En ook als het doel met O²PZ is bereikt, moeten we de regie goed borgen. Het blijft een landschap met veel partijen, dus als de regie verslapt, krijg je onmiddellijk weer versnippering. Dat is een grote uitdaging.’
Overleggen tussen OCW en VWS
Wat Polderman betreft is er tot slot nóg een hele grote uitdaging. ‘Momenteel worden er onderwijsknooppunten ingericht, waar zorg en onderwijs samenwerken, die regionaal georganiseerd zijn en uiteindelijk landelijk moeten worden geïmplementeerd. Maar daarboven zou een overleg moeten komen tussen kopstukken uit de zorg en het onderwijs. We hebben dat eerder wel eens een programmaraad of toptafel genoemd. Zo voorkom je dat het ministerie van OCW over een onderdeel kan uitroepen dat ze er niet verantwoordelijk voor is - bijvoorbeeld omdat de onderwijsinstellingen zelf bepalen wat ze in een curriculum opnemen - terwijl het ministerie van VWS het dan wel heel belangrijk vindt. Wie neemt op zo’n moment een besluit? Dat is een heel belangrijk punt, dat we zeker niet moeten vergeten. Voor mij is alles pas echt af als ook dit geborgd is.’