Kernwoord binnen O²PZ is verbinding: we verbinden onderwijs met onderzoek en de zorgpraktijk en brengen alle stakeholders bijeen. Momenteel bouwen we aan een netwerk van Onderwijsknooppunten voor palliatieve zorg. We spreken met Jojanneke van Staveren en Wies Wagenaar over het netwerk, dat momenteel steeds meer vorm krijgt.
De Onderwijsknooppunten Palliatieve Zorg vormen een netwerk welke de brug slaat tussen lokale en landelijke activiteiten op het gebied van onderwijs over palliatieve zorg. In elke regio wordt een knooppunt vertegenwoordigd door een ambassadeur. De persoonlijke contacten van de ambassadeurs stellen ons in staat goede lokale initiatieven te traceren, ze landelijke bekendheid te geven en landelijke initiatieven lokaal te implementeren. Ook leggen de knooppunten de verbinding tussen het onderwijs, onderzoek en de praktijk om die goed op elkaar te laten aansluiten. Zo optimaliseren we palliatieve zorg en het onderwijs hierover in het bijzonder.
Onderwijsknooppunt toegevoegd aan netwerk van Consortia Palliatieve Zorg
Het netwerk wordt onderdeel van het reeds bestaande netwerk van Consortia Palliatieve Zorg. ‘In de consortia vinden onderzoek en zorgpraktijk in de palliatieve zorg elkaar al’, legt Jojanneke van Staveren uit. ‘Onderwijs wordt hier als derde component aan toegevoegd. Het netwerk van de consortia verdeelt Nederland in zeven regio’s. In alle regio’s is vanaf nu ook onderwijs vertegenwoordigd met een ambassadeur van het Onderwijsknooppunt Palliatieve Zorg. Het achtste consortium wordt gevormd door kinderpalliatieve zorg.’
Ambassadeurs onderhouden contacten in de regio
Wies Wagenaar: ‘De ambassadeur is het eerste aanspreekpunt van onderwijsinstellingen in de regio. Hij of zij brengt onderwijsinitiatieven bij elkaar en deelt die met andere onderwijsinstellingen, zorgt voor beweging, verbinding en denkt mee. Een linking pin, zou je kunnen zeggen. Elke ambassadeur onderhoudt contact met de mbo’s, hbo’s, wo(+)’s en bij- en nascholingen in de eigen regio.’
Jojanneke: ‘Door dit persoonlijke contact verwachten we mooie initiatieven en ontwikkelingen te kunnen traceren. De lokaal gevonden pareltjes kunnen vervolgens via het netwerk van de knooppunten landelijke bekendheid krijgen en via de consortia kan samenhang worden gecreëerd met onderzoek en praktijk. Samenhang komt bijvoorbeeld tot stand door het organiseren van bijeenkomsten waar men met en van elkaar kan leren. Inmiddels hebben we voor bijna alle regio’s een ambassadeur aangesteld. Binnenkort hebben we een kick-off bijeenkomst en maken de ambassadeurs kennis met elkaar.’
Verbinding onderwijs, onderzoek en praktijk is belangrijk
Het is belangrijk dat de drie componenten onderwijs, onderzoek en praktijk goed op de hoogte zijn van wat er bij elkaar speelt, elkaar weten te vinden en waar mogelijk samen te werken. ‘Zorg verbetert als studenten - de werknemers van de toekomst - kennis hebben die praktisch toepasbaar is’, zegt Wies. ‘Het is daarom noodzakelijk dat die kennis aansluit op dat wat nodig is in de zorgpraktijk en vice versa. Nu zijn dat nog vaak gescheiden werelden.’
‘Voor onderzoek geldt ook dat aansluiting belangrijk is’, vult Jojanneke aan. ‘Ik kan daar wel een voorbeeld van geven. Vanuit onderzoek worden er mooie instrumenten ontwikkeld, die nu niet altijd goed geborgd worden in de praktijk of in het onderwijs. Er zou eigenlijk een training moeten zijn over hoe dat instrument te gebruiken. En die training moet dan niet alleen in de praktijk, maar ook in het onderwijs gegeven worden. Onderwijs heeft een belangrijke relatie tot onderzoek en praktijk, maar ze weten elkaar nog niet altijd te vinden.’
Toekomst
‘In de toekomst willen we graag een overkoepelend Landelijk Onderwijsknooppunt Palliatieve Zorg oprichten. Het doel van deze netwerk organisatie is uiteindelijk dat onderwijs, onderzoek en zorgpraktijk elkaar vinden om de patiëntenzorg te verbeteren. Dat het vanzelfsprekend wordt om samen te werken, innoveren en kennis te delen. Maar je blijft aanjagers nodig hebben, die zorgen dat er een flow komt en dat iedereen bijeengebracht wordt’, zegt Jojanneke.
Wies: ‘Het is best een lange weg. Maar inmiddels boeken we behoorlijk wat successen. In alle regio’s gebeurt op dit moment wel iets. Daar word ik ontzettend blij van en het geeft veel energie.’