De huisarts heeft een belangrijke rol in de zorg voor patiënten die palliatieve zorg nodig hebben. De huisarts vervult hierin een coördinatie- en gidsfunctie. Uit onderzoek blijkt dat de samenwerking met andere zorgverleners optimalisatie behoeft en dat in het onderwijs ook nog het een en ander verbeterd kan worden. We spreken hierover met huisarts en onderzoeker Marianne Dees.
In het eerste deel van ons interview vertelde Marianne welke invloed de zorgpraktijk van de huisarts heeft op de palliatieve zorg voor de patiënt. Onderzoek heeft aangetoond dat de huisarts niet altijd op belangrijke tijden beschikbaar is voor de patiënt die palliatieve zorg nodig heeft en dat communicatie met andere zorgverleners verbetering behoeft. Maar hoe zit het precies met de opleiding van huisartsen?
Opleiders niet altijd bekwaam genoeg
‘Met de opleiding van huisartsen zit het in beginsel goed’, zegt Marianne. ‘Palliatieve zorg is voldoende ingebed in de opleiding, maar de huisartsen in opleiding krijgen niet altijd de gelegenheid om zich de dagelijkse praktijk van de palliatieve zorg eigen te makenopleiders blijken in de praktijk nog niet altijd bekwaam te zijn. Het vraagt kennis, ervaring, reflectie en scholing om de competenties uit ook te kunnen uitvoeren.’
Proactief handelen
‘OnzekerheidDat leidt ertoe dat huisartsen over het algemeen niet minder proactief genoeg zijn. Per jaar overlijden gemiddeld twintig patiënten per huisartsenpraktijk niet-onverwacht. Een minderheid van deze patiënten wordt door huisartsen tijdig geïdentificeerd. Waardoor wensen en doelen van de patiënt te laat in kaart worden gebracht, zorgmogelijkheden onbesproken blijven en advance care planning achterwege blijft. Voor het bespreek moment hebben we als huisartsen een tool: je kunt jezelf de zogenaamde surprise question stellen. Die vraag is: Zou het me verbazen als de patiënt binnen het jaar zou overlijden? De Supportive and Palliative Care Indicators Tool markeert en expliciteert eveneens de medische redenen om te starten met een palliatief beleid. Dat klinkt simpel, maar ik besef dat, ook met deze middelen, het moeilijk blijft om de start van de palliatieve fase precies te voorspellen.’
Tijdig markeren van groot belang
Het tijdig markeren van de palliatieve fase is belangrijk om op het juiste moment Advance Care Planning (ACP) in te zetten voor persoonsgerichte zorg op basis van behoeften, wensen en doelen van de patiënt. Dees: ‘Bij ACP gaat de behandelaar een gesprek aan met de patiënt over levensdoelen en keuzes en welke zorg daarbij nu en in de toekomst past. ACP hangt samen met een duidelijke afname van ongewenste interventies en een betere kwaliteit van leven in de laatste fase. Het tijdig herkennen van deze fase leidt ertoe dat patiënten meer contacten met de huisarts hebben, minder patiënten in het ziekenhuis opgenomen worden en er meer patiënten overlijden op de gewenste plaats (thuis of hospice). Dit vraagt van de huisarts een proactieve attitude en ik denk dat daar in de opleiding meer aandacht aan besteed kan worden.’
Over de opleiding
De huisartsopleiding leidt artsen op tot huisartsen die voldoen aan het Competentieprofiel van de huisarts. Dat Competentieprofiel is ingedeeld in zeven CanMeds competentiegebieden. Tijdens de opleiding verwerft de Arts in Opleiding tot Specialist (AIOS) de competenties van de huisarts aan de hand van tien opleidingsthema's, waarvan Palliatieve en terminale zorg er één is. Per thema is beschreven welke Kenmerkende Beroeps Actviteiten (KBA's) hierbij horen.
Voor het thema Palliatieve en terminale zorg zijn dit:
- Palliatieve en stervensfasegesprek: voert een gesprek over het naderend levenseinde.
- Overgangsfasen: past beleid aan op basis van de fase waarin de patiënt verkeert: in het bijzonder de overgang van curatieve fase naar de palliatieve fase en de stervensfase.
- Medische diagnostiek en handelen: behandelt de specifieke problemen in de palliatieve/terminale fase.
- Anticiperend beleid: anticipeert op de vaak complexe problemen en klachten tijdens de palliatieve fase/ terminale zorg.
- Samenwerking en regie: organiseert de palliatieve en terminale zorg, stuurt andere zorgverleners aan en is aanspreekpunt voor patiënt en zijn omgeving.
- Naasten: verleent zorg aan naasten.
- Rouwbegeleiding: begeleidt patiënt en naasten bij het verlies (rouwverwerking).
- Palliatieve sedatie: voert palliatieve sedatie uit.
- Euthanasie: voert euthanasie uit of draagt over bij persoonlijke gewetensbezwaren.
- Continuïteit en zelfzorg: levert persoonlijke continuïteit van zorgverlening.
Lees ook deel 1 in deze artikelen reeks.
Bronnen
Rietjens JAC, Sudore RL, Connolly M et al.; European Association for Palliative Care. Definition and recommendations for advance care planning: an international consensus supported by the European Association for Palliative Care. Lancet Oncol 2017; 18: e543–51
Glaudemans JJ, Moll van Charante EP, Willems DL. Advance care planning in primary care, only for severely ill patients? A structured review. Fam Pract. 2015 Feb;32(1):16-26
LESA Anticiperende besluitvorming over Reanimatie NHG, V&VN en Verenso 2014