Aan het eind van het programma schuiven we weer even bij haar aan. Dit keer voor een terugblik op de laatste twee subsidiejaren. Is alles op tijd gelukt? Heeft COVID-19 nog roet in het eten gegooid? En hoe gaat het nu eigenlijk verder?
De start van het programma O²PZ viel destijds samen met verschillende maatschappelijke ontwikkelingen. ‘Je zag en ziet een transformatie in de zorg’, legt Marijke uit. ‘De patiënt staat veel meer centraal en bepaalt zelf zijn of haar eigen zorgbehoefte. Maar ook is er vaker sprake van optimale zorg. De zorg verschuift van aanbod naar vraag, van ziekte naar functioneren, van een hiërarchische relatie naar eigen regie en van fragmentatie naar zorgarrangement. Tegelijkertijd zijn de mogelijkheden om zorg te verlenen door vooruitgang van kennis, vaardigheden en techniek flink toegenomen. En met die ontwikkelingen neemt natuurlijk automatisch de diversiteit aan zorgprofessionals en zorgopleidingen toe.’
Fragmentatie in zorg en opleidingen
Goed nieuws, zou je zeggen. Marijke: ‘Zeker, het zijn prachtige ontwikkelingen, maar ze betekenen ook dat er fragmentatie ontstaat in de zorg en opleidingen. Zo wordt het moeilijk coherentie aan te brengen in zorg en onderwijs, wat consequenties heeft voor het onderwijs in de palliatieve zorg. Dat onderwijs was versnipperd, niet goed zichtbaar en het was niet altijd duidelijk wat de kwaliteit van het onderwijs was. Daar lag een belangrijke taak voor ons.’
De afgelopen jaren heeft het O²PZ-programma geleid tot landelijke regie en samenwerking voor een zichtbaar, toekomstgericht onderwijs- en opleidingsaanbod van kwalitatief hoog niveau, waarbij palliatieve zorg steeds beter een vaste en herkenbare plek in alle curricula krijgt. ‘Het einddoel is dat alle zorgverleners nu en in de toekomst over de juiste competenties beschikken om palliatieve zorg te verlenen volgens de standaarden zoals gesteld in het Kwaliteitskader Palliatieve Zorg Nederland.’
Onderwijsplatform palliatieve zorg
Om dat doel te ondersteunen, is het Onderwijsplatform palliatieve zorg opgericht, dat is te vinden op palliaweb.nl. Een indrukwekkend platform, met een schat aan informatie, kennis, netwerken, scholingen voor (aankomend) zorgverleners en onderwijsmaterialen voor opleiders/docenten. ‘We hebben het hele onderwijs- en palliatieve zorgveld bij elkaar gebracht’, vertelt Marijke. ‘Dat betekent dat we als programma landelijk verenigd zijn en in die hoedanigheid hebben we samen met PZNL het platform op Palliaweb kunnen vormgeven. Er is veel bereikt in nog geen drie jaar tijd en daar zijn we best trots op.’
Wat houdt het Onderwijsplatform palliatieve zorg precies in? ‘Hoeveel tijd heb je?’, lacht Marijke. ‘Het is een omvangrijk project, waar ik een paar mooie producten van kan uitlichten. ‘Om te beginnen vind je er het Onderwijsraamwerk palliatieve zorg 2.0. Dat raamwerk was het startpunt van ons programma en beschrijft hoe het geoptimaliseerd zorgonderwijs over palliatieve zorg er uitziet op het mbo, hbo en wo(+). Onderwijsmakers kunnen hun onderwijs langs de meetlat van dat raamwerk leggen en het bestaande onderwijs aanscherpen. Verder vind je er de Onderwijskaart, Catalogus met bij- en nascholingen voor (aankomend) zorgverleners en de Toolbox met onderwijsmaterialen voor opleiders/docenten. De Toolbox is een doorontwikkeling van de toolbox van Pasemeco en Edupal en bevat momenteel circa vijfhonderd door de screeningscommissie goedgekeurde onderwijsmaterialen, alsook het Keuzedeel palliatieve zorg mbo, Onderwijsraamwerk palliatieve zorg 2.0 en het Interprofessioneel samenwerkingsmodel palliatieve zorg. De Screeningscommissie onderwijs palliatieve zorg beoordeelt behalve de onderwijsmaterialen ook de aangeboden scholingen voor deze zichtbaar worden in de Catalogus.
Voor verzorgenden, verpleegkundigen en artsen is de Competentiescan palliatieve zorg ontwikkeld. Deze scan wordt momenteel getest en ondersteunt professionals in het vaststellen van het kennisniveau van palliatieve zorg en het vinden van eventuele hiaten in deze kennis, zodat een passende bij- of nascholing gevolgd kan worden. De scan wordt binnenkort op het Onderwijsplatform aangeboden.
Onderwijsraamwerk palliatieve zorg 2.0
Dat is een behoorlijke lijst. Kunnen we concluderen dat de implementatie van het Onderwijsraamwerk palliatieve zorg 2.0 succesvol is? Marijke: ‘Absoluut. Alle hbo’s en bijna de helft van mbo’s hebben het onderwijsraamwerk geheel of gedeeltelijk geïmplementeerd in hun onderwijs. Voor het wo is een Handreiking implementatie Onderwijsraamwerk palliatieve zorg 2.0 gemaakt. Palliatieve zorg is inmiddels opgenomen in het nieuwe Raamplan Artsenopleiding en we werken actief samen met AmsterdamUMC, LUMC, RadboudUMC, Maastricht UMC+, UMCG, ErasmusMC. Omdat iedere wetenschappelijke vereniging autonoom de inhoud en structuur van het eigen Landelijk opleidingsplan (LOP) bepaalt, is ook aansluiting gezocht en gerealiseerd met het overkoepelende FMS-project Opleiden 2025. Binnen twee deelprojecten heeft palliatieve zorg een plek gekregen: Nieuwe thema's en Interprofessioneel opleiden. Bovendien is palliatieve zorg als apart thema opgenomen in de vervolgopleidingen voor specialisten uit cluster 1, te weten huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde en artsen verstandelijk gehandicapten.’
‘Een belangrijke mijlpaal is het inrichten van regionale onderwijsknooppunten. De Onderwijsknooppunten palliatieve zorg vormen een netwerk dat de brug slaat tussen lokale en landelijke activiteiten op het gebied van onderwijs over palliatieve zorg. Ook leggen zij de verbinding met onderzoek en praktijk, door contact te leggen en te onderhouden met het Nederlandse zorgonderwijs. Het netwerk is onderdeel van het bestaande netwerk van Consortia Palliatieve Zorg en we zijn ontzettend trots op de ambassadeurs die de knooppunten vertegenwoordigen per regio’, aldus Marijke.
Hoe nu verder?
De landelijke ingerichte structuur is ingericht, er zijn onderwijsknooppunten en een uitgebreid onderwijsplatform, zit het er nu op voor O²PZ? ‘Hoewel we enorm veel hebben bereikt, zijn we er nog niet. Zo hebben we een backoffice opgericht die zorgt voor de screening, doorontwikkeling en het onderhoud van het platform, zodat alle informatie en onderwijsmaterialen actueel blijven. Die backoffice moet dat blijven doen, anders is alles voor niets geweest. Daarnaast zullen we in de toekomst bezig moeten blijven met het verankeren van palliatieve zorg in het onderwijs.’
‘Bovendien zijn er ook nog processen gaande. Zo is het nog niet gelukt palliatieve zorg te implementeren in MANP-, MPA- en VVO-onderwijs en daar zijn we nu nog volop mee bezig. Maar terugkijkend hebben we inderdaad heel veel bereikt en focussen we ons nu op het consolideren van die resultaten en op doorontwikkeling. Palliatieve zorg moet verankerd zijn in het zorgonderwijs en dat is nog niet overal het geval. Voorlopig ligt er voor ons dus nog voldoende werk. Onze subsidieaanvraag voor een vervolg staat uit.’