Om met de deur in huis te vallen: de huidige generatie internisten en aios heeft volgens hoogleraar interne geneeskunde prof. dr. Yvo Smulders over het algemeen weinig kennis van palliatieve zorg. Hij ziet wel initiatieven ontstaan om dit te veranderen.
Stage palliatief team
‘Ik ben voorzitter van het Concilium Medicinae Internae, de centrale opleidingscommissie van de Nederlandse Internisten Vereniging (NIV). Wij adviseren opleidingen palliatieve zorg een plek te geven. Zo zijn er opleidingen waar aios de gelegenheid wordt geboden vier maanden deel uit te maken van het palliatief team. Binnen andere opleidingen wordt eens in de paar weken onderwijs gegeven over palliatieve zorg. En in Amsterdam UMC hadden we in oktober een themaweek georganiseerd; al het onderwijs was gericht op zorg in de laatste levensfase.’
‘Ik ben voorstander van verweving van palliatieve zorg met de rest van de opleiding’
Verweving
Dat “al het onderwijs” hierbij werd betrokken, illustreert Smulders’ gedachten over palliatieve zorg: die zou naar zijn mening geen losstaand onderdeel moeten zijn van de gezondheidszorg. ‘Ik ben voorstander van verweving met de rest van de opleiding. Palliatieve zorg zou niet moeten worden gezien als een thema dat er aan het eind van het leven bijkomt en min of meer op zichzelf staat. De scheidslijn tussen curatieve en palliatieve zorg is vaag, en dat hoort naar mijn idee ook zo te zijn.’
Te dol
De internist geeft een voorbeeld dat hem verwondert. ‘Stel, het wordt duidelijk dat een kankerpatiënt niet meer zal genezen en ook niet meer in aanmerking komt voor bijvoorbeeld chemotherapie. Er zijn ziekenhuizen waar de oncoloog dan zegt niets meer te kunnen doen, zoals dat dan heet, en dat de patiënt nu terechtkomt bij een oncoloog die is gespecialiseerd in palliatieve zorg. Dan denk ik: dit is een beetje te dol. De oncoloog kent de patiënt al jaren, maar op het moment dat symptoombestrijding de overhand gaat nemen, moet de patiënt naar een andere oncoloog. Dat is geen goede ontwikkeling. Zorg voor je patiënt is een continuüm; in deze casus zou sprake moeten zijn van een geleidelijke transitie van curatief naar semi-curatief – de ziekte afremmen – naar ondersteunend wanneer genezing niet meer mogelijk blijkt te zijn.’
Langer en/of gelukkiger
De patiënt een langer en/of gelukkiger leven bezorgen. Volgens Smulders is dat grotendeels het doel van de geneeskunde. ‘Daarom vind ik het merkwaardig om, als de behandeling niet meer aanslaat, te zeggen: we gaan nu de palliatieve fase in. Alsof de zorg vanaf dat moment louter bestaat uit morfine en pijnbestrijding.’
‘In het reguliere onderwijsprogramma moet er regelmatig aandacht voor zijn, zodat iedere aios er iets van meekrijgt en straks weet te opereren in het continuüm van de gezondheidszorg’
Extra bagage
Sommige toekomstige internisten kiezen voor een stage van vier maanden op een pijnpoli of binnen een palliatief team. Hoe ziet Smulders dit initiatief tegen de achtergrond van zijn pleidooi voor een continuüm van zorg? ‘Het is goed als aios zich op die manier willen verdiepen in palliatieve zorg. Maar het mag niet betekenen dat zij de enigen zijn die tijdens de opleiding voldoende bagage krijgen op dit vlak. In het reguliere onderwijsprogramma moet er regelmatig aandacht voor zijn, zodat iedere aios er iets van meekrijgt en straks weet te opereren in het continuüm van de gezondheidszorg.’
Genezen, verlichten, troosten
Ter illustratie van zijn betoog haalt Smulders een uitspraak uit de zestiende eeuw aan, vermoedelijk gedaan door de Franse chirurg Ambroise Paré. ‘Geneeskunde is soms genezen, vaak verlichten en altijd troosten. Als dát meer in het DNA van internisten komt te zitten, het inzicht dat je als arts die drie onderdelen moet weten te bieden, ben ik tevreden.’
‘Palliatieve zorg is een beetje een love baby geworden van de oncologie. Maar eigenlijk is dat een versimpeling, want er zijn veel meer specialismen die palliatieve zorg moeten weten te bieden’
Samenwerking anesthesisten
Tot zijn genoegen constateert Smulders dat internisten en anesthesisten goed samenwerken op het vlak van palliatieve zorg. ‘Het thema pijn is uitgegroeid tot een vak. Wij als internisten kunnen niet alle ontwikkelingen hierbinnen bijhouden, maar anesthesisten hebben zich ontwikkeld tot pijnspecialisten die echt nuttig zijn voor onze patiënten.”
Versimpeling
Dat laat volgens Smulders onverlet dat internisten méér kennis zouden moeten ontwikkelen over begeleiding in de laatste fase. ‘Dat geldt ook voor andere specialismen. Kijk, palliatieve zorg is een beetje een love baby geworden van de oncologie. Maar eigenlijk is dat een versimpeling, want er zijn veel meer specialismen die palliatieve zorg moeten weten te bieden. Denk bijvoorbeeld aan de cardioloog met een patiënt in het eindstadium hartfalen, een longarts met een patiënt in het eindstadium COPD of een orthopeed met een patiënt wiens rug niet meer is te herstellen. Als de ziekte de overhand neemt, moet er meer kennis zijn over hoe die te verlichten.’
Auteur: Gerben Stolk