Palliatieve zorg is niet nodig. Het is iets van de eerste lijn. Als mensen palliatieve zorg willen, moeten ze wegblijven van de SEH. Zomaar een greep uit de ideeën die heersen als het aankomt op palliatieve zorg binnen de acute zorgverlening, zegt SEH-arts Doutsje Idzenga. “Veel zorgverleners hebben het idee dat palliatieve zorg in eerste instantie niet in de acute keten thuishoort, wat ik ook wel snap. Het is namelijk de bedoeling dat een palliatieve zorg behoefte van een patiënt wordt herkend en erkend, al vóórdat de patiënt in de acute keten terechtkomt. Maar het probleem is dat dat niet gebeurt. Ik heb jaren gedacht dat het dan in de eerste lijn beter moet, maar dat wordt het niet. In tegenstelling: de huisartsenzorg is overbelast, er is nergens tijd en geld voor en de populatie waarover we het hebben, ouderen en kwetsbaren, wordt alleen maar groter. Daarnaast wordt palliatieve zorg nog altijd verward met terminale zorg, terwijl het veel breder is dan dat.”
“Ook nu wordt er, met name bij ‘complexe’ ouderen, alleen maar doorgegaan. Maar wil de patiënt dat zelf eigenlijk wel?”
Doorbehandelen
Idzenga ging lange tijd gewoon mee in de dagelijkse routine, deed nog maar eens een CT-scan en sloot nog maar eens een beademingsapparaat aan. Maar ondertussen vroeg ze zich steeds vaker af of ze wel het juiste deed, en had ze hier zelf geen antwoord op. “De coronatijd maakte het voor mij alleen nog maar duidelijker. We zagen veel mensen met corona waarvan we eigenlijk wel wisten dat ze kwamen te overlijden, en tóch werd er nog steeds medicatie toegediend en van alles gedaan. Ook nu wordt er, met name bij ouderen met hele complexe zaken, alleen maar doorgegaan. Maar wil de patiënt dat zelf eigenlijk wel? Iemand van dertig kilo met hele slechte longen en COPD kun je niet meer reanimeren. Dat leidt nergens toe. Of wat dacht je van een kwetsbare patiënt met een heupfractuur? Moeten we zo iemand echt per se opereren en blootstellen aan alle risico’s, puur omdat het protocol is? Dat denk ik niet. In dit geval is niet opereren namelijk ook een optie. Als deze mensen goede pijnbestrijding krijgen en een gedegen palliatief plan, waarom zouden we dat dan niet overwegen?”
Verdieping
Steeds meer verdiepte Idzenga zich in palliatieve zorg. Zo werkte ze binnen haar ziekenhuis, het St Jansdal in Harderwijk, verschillende keren samen met het palliatief team op de SEH. Ook deed ze alle e-learnings die er maar bestonden over het onderwerp en schreef ze zich in voor de cursus palliatieve zorg voor medisch specialisten. “Het was een verademing om binnen de cursus te ontdekken dat daar allemaal dokters aan deelnamen die hetzelfde dachten als ik en net zo gemotiveerd waren om palliatieve zorg een plekje te geven in de zorgverlening. In het najaar begin ik met de kaderopleiding. Ook ben ik, naast mijn werk als SEH-arts in het ziekenhuis, inmiddels zzp’er. Daardoor zie ik nu ook hoe het er op andere plekken, buiten mijn eigen ziekenhuis, aan toegaat.” Verder heeft Idzenga binnen de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen (NVSHA) een sectie palliatieve zorg opgericht, waarvan ze voorzitter is, en is ze onderdeel van een stuurgroep met betrekking tot gegevensuitwisseling. “Binnen deze groep proberen we landelijk gegevensuitwisseling over palliatieve zorg mogelijk te maken. Dus als de huisarts iets bespreekt met een patiënt over wensen en de behandeling, moet dat ook bekend worden bij het ziekenhuis, de huisartsenpost en de meldkamer. Patiënten komen tenslotte geregeld via de ambulance binnen. Door gegevensuitwisseling kunnen de wensen van de patiënt veel beter in acht worden genomen en kan hij beter worden behandeld.”
“SAFE NOW brengt de palliatieve zorgbehoefte in de acute keten in kaart. Het is een handvat dat helpt beargumenteren waarom je als zorgverlener bepaalde keuzes maakt”
SAFE NOW
Omdat het ABCDE volgens Idzenga hét dogma is van elke SEH-arts, heeft ze zelf een acroniem bedacht: SAFE NOW (zie kadertekst). “Dit staat voor zaken waaraan je moet denken bij elke oudere en kwetsbare patiënt op de spoedeisende hulp. Het is bedoeld om de palliatieve zorgbehoefte in de acute keten in kaart te brengen. Dat is naar mijn idee hard nodig. Veel zorgverleners op de SEH wíllen namelijk wel meer betekenen voor een patiënt, maar hebben hiervoor geen handvatten. Dit afvinklijstje is een handvat dat structuur biedt en aan de hand waarvan beargumenteerd kan worden waarom je als zorgverlener bepaalde keuzes maakt. Ik heb namelijk geregeld meegemaakt dat een zorgverlener op de SEH een beleid voert, maar de volgende niet begrijpt waarom bepaalde beslissingen zijn genomen en er uiteindelijk iets wordt gedaan dat niet de bedoeling was. Dit rijtje kan daarbij helpen. Niet alleen binnen de acute zorg, maar ook daarbuiten.”
Artikel gaat verder onder de kadertekst >>
Uitleg SAFE NOW
S: Surprise question (SQ). Zou ik verbaasd zijn als deze patiënt binnen 12 maanden zou overlijden? Dan is het belangrijk om palliatieve zorg en wensen bespreekbaar te maken bij het behandelen van de patiënt.
A: Advance care planning (ACP, proactieve zorgplanning). Is er aan proactieve zorgplanning gedaan? Wat zijn de wensen van de patiënt? Is dit vastgelegd in een brief van de huisarts of in het systeem en weten patiënt en naasten dit?
F: Frailty (kwetsbaarheid). Veel ziekenhuizen werken met scores op het gebied van kwetsbaarheid, omdat dit een prognostische factor is. Een kwetsbare patiënt heeft een slechtere prognose, omdat hij minder veerkracht heeft. Hoe kwetsbaar is de patiënt die je voor je hebt? Is doorbehandelen verstandig?
E: Expert advice. Elk ziekenhuis dat oncologische zorg biedt, heeft een palliatief team. Bespreek met één van hen je vragen over de patiënt, of doe dit met de huisarts of een naaste van de patiënt.
NOW: Wat is nú belangrijk voor de patiënt? Wat moet ik van de patiënt weten om hem op dit moment de beste zorg te kunnen bieden?
Goed doen
De belangrijkste drijfveer voor Idzenga om palliatieve zorg op de kaart te zetten, is dat we moeten beseffen dat er niet oneindig ‘agressief’ kan worden doorbehandeld. “Iedere zorgverlener heeft de eed afgelegd, namelijk dat je goed moet doen en niet moet schaden. Met name binnen de spoedeisende hulp is alle aandacht naar dat eerste uitgegaan. We zijn hier inmiddels zó goed in geworden, dat het schadelijk wordt. Als je tot in het oneindige bezig blijft, onderzoeken doet en iemand zo een goed sterfbed ontneemt, ben je aan het schaden. Er zou meer oog moeten zijn voor de bijeffecten en gevolgen voor de patiënt en naasten. SEH-artsen moeten ook aan de patiënt zélf vragen of ze inderdaad wel goed bezig zijn en wat deze daar eigenlijk van vindt. Aandacht voor palliatieve zorg in de acute zorgverlening is wat mij betreft een onderdeel van goede zorg, omdat het leidt tot een betere kwaliteit van leven, minder acute opnames en minder interventies. Ook kan de patiënt hierdoor uiteindelijk sterven op de plek van voorkeur, en dat is ontzettend belangrijk.”
Auteur: Laura van Horik